07-05-2025

In 2027 moeten we voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Al het water in de EU moet dan in een goede toestand zijn, vanuit ecologisch en chemisch oogpunt.  Welke rol speelt de Schone Maaswaterketen hierin? Marjolein van Eerd en Aad Oomens lichten het toe.

Over het belang van deze Europese richtlijn zegt Aad Oomens, strategisch beleidsadviseur bij Waterschap De Dommel en adviseur bij de Schone Maaswaterketen (SMWK): “Ik hoor vaak, ook in de waterwereld: ‘dat moet van de KRW’. Maar dit gaat over onze toekomst, dus we moeten zelf een schoon en gezond watersysteem willen hebben, zodat wij en onze kinderen schoon drinkwater houden.”

Marjolein van Eerd, regisseur van de samenwerking bij de SMWK, gedetacheerd vanuit Rijkswaterstaat, voegt eraan toe: “We hebben er als Nederland hard voor gewerkt om deze richtlijn in Europa met elkaar af te spreken. Nederland ligt benedenstrooms: wij zijn eigenlijk het afvoerputje, alle schadelijke stoffen stromen onze kant op. Dus voor ons is het extra belangrijk dat waterkwaliteitsdoelen van de KRW door alle landen gehaald worden.”

Definitieve deadline
De Kaderrichtlijn Water is in 2000 vastgesteld en de doelstellingen moesten aanvankelijk vijftien jaar later gerealiseerd zijn, in 2015 dus. In 2015 en 2021 hebben we als Nederland uitzonderingsmogelijkheden gebruikt voor de doelen die we niet haalden, bijvoorbeeld omdat flora en fauna langer dan tot 2015 of 2021 nodig had om te herstellen of dat het langer duurt voordat een stof uit het milieu verdwijnt. In 2027 gaan we ook niet alle doelen van de KRW halen, dat geldt ook voor andere EU-landen.

Het is echter niet zo makkelijk om alle doelen te behalen volgens het One-Out-All-Out principe, leggen Van Eerd en Oomens uit, want voor de KRW hebben we in Nederland maar liefst 100.000 ecologische en chemische kwaliteitsdoelen  voor ons oppervlakte- en grondwater. We voldoen pas aan de KRW als we voor 100 procent voldoen.

Toch wel schadelijk
Momenteel voldoet Nederland voor zo’n 80 procent. Oomens wijst erop dat we de afgelopen decennia al heel veel bereikt hebben. “Veel oppervlaktewater is nu een stuk schoner dan in de jaren zeventig en tachtig. Er wordt ontzettend veel gedaan door waterbeheerders, maar we hebben ook nog veel te doen.”

Een aantal stoffen zijn nog in te hoge concentraties aanwezig in het water, in dit geval de Maas. Sommige zijn heel hardnekkig en haal je niet zo makkelijk uit het milieu. “Daarnaast komen er ook steeds meer nieuwe chemische stoffen bij. En sommige stoffen konden we voorheen niet meten of we wisten niet dat ze schadelijk waren.”

In het Dommelgebied, waar Oomens werkt, zitten bijvoorbeeld veel zware metalen in de grond. Zoals cadmium en nikkel, die schadelijk zijn voor mensen, planten en dieren. “Ze zijn in het verleden door de industrie veel geloosd en dat vonden we op dat moment met z’n allen acceptabel.” De zware metalen zitten ook in het materiaal dat is gebruikt als ophoopmateriaal voor wegen en andere infrastructuurwerken.

Stoffenlijsten
De Europese Commissie heeft een lijst van stoffen opgesteld die in heel Europa met voorrang moeten worden aangepakt: de prioritaire stoffenlijst van de Kaderrichtlijn Water. Voor dertig stoffen geldt dat Nederland de KRW-norm uiterlijk in 2027 moet halen (deze hebben de hoogste prioriteit), voor acht stoffen moet dat in 2033 en voor vier stoffen in 2039.

Daarnaast zijn er andere stoffen die problematisch zijn voor de kwaliteit van ons water. Van Eerd: “De SMWK kijkt verder dan de KRW, door een lijst van 38 stoffen, allemaal organische microverontreinigingen, te volgen in het Maasstroomgebied.” Hierbij gaat het om medicijnresten, industriële stoffen (die via consumentenproducten of via industrie in het water komen) en gewasbeschermingsmiddelen.

De SMWK gebruikt bijvoorbeeld de Zeer Zorgwekkende Stoffenlijst van het RIVM en kijkt naar de drinkwaterrelevante stoffen. Dit zijn criteria van de RIWA-Maas (organisatie van drinkwaterbedrijven ) over onder andere de mate waarin bepaalde stoffen uit het water gezuiverd kunnen worden en de mogelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid. “We moeten dus nog meer doen dan de KRW om het water schoon te krijgen,” legt Van Eerd uit. 

De KRW-stoffenlijst is al wel een paar keer geüpdatet. “Maar je kunt je voorstellen dat dit een langdurig proces is in de EU. Ieder land heeft weer andere stoffen die vanwege hun situatie een probleem zijn.”.

Checklists voor vergunningverleners
De Schone Maaswaterketen bestaat inmiddels tien jaar en de opgebouwde expertise en kennis wordt ook ingezet om te helpen met het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Met de KRW-deadline van 2027 in zicht is er bij de waterbeheerders veel aandacht voor het actualiseren van de vergunningen.

“Als SMWK ontwikkelen we tools en checklists voor vergunningverleners,” zegt Van Eerd. “Waar moet je aan denken bij de actualisering van vergunningen? Als je kijkt naar een KRW-bestendige vergunning, welke andere drinkwaterrelevante stoffen kun je dan direct meenemen? Je ziet dat de richtlijn een extra boost is, een stok achter de deur om de vergunningen up-to-date te maken en daarmee te voldoen aan de KRW.” Sinds kort staat er een aparte pagina voor vergunningverleners op de SMWK-website met al deze informatie en tools.

Indirecte lozingen in beeld krijgen
Oomens wijst op het feit dat er weliswaar hard wordt gewerkt aan de actualisering van de vergunningen van bedrijven die rechtstreeks in het oppervlaktewater lozen (de directe lozingen). Maar dat de meeste bedrijven lozen via de riolering, de indirecte lozingen, en dat daar minder zicht op is.

De Schone Maaswaterketen probeert ook hier meer grip op te krijgen, wat ook weer bijdraagt aan het behalen van de KRW-doelen. “We zetten de hotspot-analyse van de SMWK in en onze kennis over extra en innovatief monitoren in het riool,” vertelt Van Eerd. “Het begint met de goede mensen en de kennis die er is met elkaar te verbinden. Daar spelen wij een hele belangrijke rol in. Een steeds grotere groep wordt hier enthousiast over. We zijn ook met de omgevingsdiensten in gesprek, die verantwoordelijk zijn voor de indirecte lozingen.”

Rol van huishoudens
Ten slotte wijzen beide erop dat bedrijven zorgvuldiger om moeten gaan met stoffen om de KRW-doelen te halen, maar dat ook huishoudens hier een rol in spelen. Oomens: “We zijn inmiddels met ruim 18 miljoen Nederlanders en laten alles bij elkaar ook een flinke hoeveelheid schadelijke stoffen weglopen in het riool.”

Als voorbeelden geeft hij microplastics die in cosmetica zitten of van fleecetruien afkomen, stoffen als benzotriazool in vaatwasmachinetablettenen de schadelijke resten van bepaalde medicijnen. Van Eerd: “Wanneer wij ze blijven gebruiken en de producenten daar niet op aanspreken, blijven ze die producten maken. Het is belangrijk dat hier ook meer kennis en bewustzijn over komt.”  

Tekst: Thessa Lageman, tekstbureau Onder Woorden.